
De St.-Pancratiuskerk in Heerlen is weer een kunstwerk rijker. 11 mei, daags voor de feestdag van de patroonheilige van de Heerlense dekenale kerk, werd een tweede triptiek in de kerk opgehangen. Daarmee kwam een eind aan de restauratie en revitalisering van het kerkgebouw. Aftrap van deze grootscheepse renovatie was de vervaardiging van een bronzen reliekbuste van St. Pancratius in 2008. De buste is een creatie van de Heerlense kunstenaar Hubert Bour (1941). Aanvankelijk was het de bedoeling het beeld een plaats te geven in de crypte maar kwam bij nader inzien in die lage ruimte niet goed tot zijn recht. Daarom werd gekozen voor een plaats op een console tegen de pijler bij de trap naar het priesterkoor. Daar stond als pendant van de laatgotische Madonna met Kind een vijftiende eeuws maar later sterk gewijzigd beeld van Pancratius, dat nu wel een plaats kreeg in de crypte. De jonge martelaar is voorgesteld als een Romeinse jongeling. Hij draagt een palmtak als teken van zijn martelaarschap. Zijn mantel wordt bijeen gehouden met een fibula (mantelspeld) met een afbeelding van het Lam Gods. Deze refereert niet alleen aan het christelijke geloof waar de Romeinse jongen het leven voor liet, maar is ook een verwijzing naar de vader van de kunstenaar die in zijn kerkboek een prentje met een afbeelding van het Lam Gods bewaarde. Bour zelf noemt de reliekbuste een beeld van alle tijden, niet aan mode onderhevig. 
Een van de uitgangspunten van de revitalisatie door architect Piet Mertens (1932) was het herstel van het concept van de kruisbasiliek zoals Jos Cuypers (1861-1949) deze voor ogen had bij zijn uitbreiding van de kerk aan het begin van de twintigste eeuw. Om plaats te winnen werd in 1961 een verbouwing gerealiseerd naar ontwerp van architect Frits Peutz (1896-1974) waarbij een dwarsarm op het priesterkoor tot stand kwam, met grote segmentbogen daarop geopend. Omdat de ruimte niet meer noodzakelijk is en om het priesterkoor meer besloten te maken, zijn de segmentbogen visueel dichtgezet met nieuwe wanden. Aanvankelijk was het de bedoeling om de wanden te voorzien van twee houten reliëfs uit het midden van de achttiende eeuw met voorstellingen uit het leven van de kartuizer heilige Bruno. Deze waren door de Heerlense parochie verworven en afkomstig uit het in 1796 opgeheven kartuizerklooster in Luik. Dit bleek echter niet mogelijk doordat de verwarming van de kerk juist bij een van beide scheidingswanden uitkwam. Er werd gezocht naar een andere oplossing terwijl de reliëfs van de H. Bruno een plaats kregen in de noordelijke transeptarm. Hubert Bour vervaardigde voor de nieuwe zijwanden van het priesterkoor een tweetal triptieken met voorstellingen uit het leven van St. Pancratius waarbij hij gebruik maakte van hittebestendige materialen. Aan de zuidkant is een voorstelling te zien van Pancratius die zijn geboortestreek in de provincie Frygië in Klein-Azië (het huidige Turkije) verlaat om naar Rome te gaan. De kunstenaar heeft dit geïllustreerd door links de berg Ararat te verbeelden en rechts een Romeinse tempel, terwijl Pancratius met reistas en -staf is afgebeeld. 
In Rome aangekomen leerde Pancratius christenen kennen die hem inspireerden en door wie hij zich tot het christendom bekeerde. Het was de tijd van de christenvervolgingen. Op het tweede drieluik is Pancratius te zien, staande voor keizer Diocletianus. Hoewel de veertien-jarige Pancratius hem probeert te overtuigen, laat de keizer zich niet bekeren en veroordeelt hij Pancratius ter dood. Pancratius werd rond 303 onthoofd. Ten teken van zijn geloof heeft Bour Pancratius ook hier voorzien van een fibula met een voorstelling van het Lam Gods. 
|