Geschreven door S. van Daal
|
woensdag, 05 november 2008 19:30 |
De Parijse kathedraal Notre Dame is met Amiens, Reims en Chartres een van de bekendste grote Franse bisschopskerken. De kathedraal markeert de overgang van de vroege gotiek naar de hoge gotiek. De eerste steen werd gelegd in 1163 door paus Alexander III. De vroege gotiek kenmerkt zich vooral in de opbouw van het interieur. Aanvankelijk is de wandindeling van het middenschip vierdelig: arcade, galerij, triforium en lichtbeuk. In de hoge gotiek wordt deze indeling gereduceerd tot een driedelige, waarbij de galerijen komen te vervallen. In Parijs is de vierdeling in de jaren 1220-1230 ongedaan gemaakt ten gunste van meer lichtinval. Bij de ingreep werden de lichtbeukvensters vergroot en verdween het triforium, geheel overeenkomstig de tendens van de gotiek de muren steeds verder te openen. Een triforium is in de meeste gevallen een schijngalerij, maar in de Notre Dame bestond deze uit een blind roosvenster. De bekende Franse architect en restaurateur van vele middeleeuwse monumenten Eugène Viollet-le-Duc (1814-1879) bracht tijdens een ingrijpende restauratie van de Notre Dame (1845-1878) de traveeën rond de viering terug in de oorspronkelijke staat. 
Notre Dame, interieur (foto Frans van der Ley)
|
Laatst aangepast ( vrijdag, 29 januari 2010 21:17 )
|