Hoofdmenu

Random image

383318511_5_fLVy.jpg.jpg
Drie werken van F.P.J. Peutz vergeleken PDF Print E-mail
Geschreven door S. van Daal   
donderdag, 15 mei 2008 18:39

Frits Peutz werd geboren op 7 april 1896 in Uithuizen (provincie Groningen).In 1919 wordt zijn eerste werk gebouwd, een Landhuis voor een notaris in Heerlen. Peutz ontwierp in veel uiteenlopende stijlen en bouwde woningen, kerken, raadhuizen, scholen, warenhuizen, vooral in Zuid-Limburg. Veel van zijn bekende werken staan in Heerlen. Hier staat o.a. ook zijn eigen ontworpen woonhuis annex atelier. Op 24 oktober 1974 overleed Peutz in Heerlen. 

Retraitehuis Heerlen 1932 

Het Mgr. Schrijnenhuis is een retraitehuis voor een circa vijftig vrouwen dat ook geschikt is voor het houden van ziekentriduüms en studiedagen voor de leidsters van de Katholieke Jeugd Vereniging. Het is vanuit de aard van het gebouw geen representatief gebouw. Het herbergt een klein kloostertje voor de bedienende zusters en een woning voor de rector, logeervertrekken voor leiders van de retraites, een woning voor de chauffeur-monteur-tuinman en dienstvertrekken die nodig zijn voor de huishouding. Het retraitehuis staan op een van de toppen van de Molenberg te Heerlen. De veranda aan de zuidzijde bood tot dat het geboomte steeds groter werd een schitterend uitzicht over de Oostelijke Mijnstreek.   

Constructie                                                                                                              Het gebouw heeft een ijzeren geraamte als draagconstructie. Enkel de machinekamer, de verwarmingskelder, de kolenkelder en een van de garages zijn gemaakt van gewapend beton, als een soort dozen. De kolommen staan op betonvloeren, waar ze van losgeschroefd kunnen worden om te verplaatsen of op te vijzelen. De platen en vloeren zijn van bimsbeton met bewapening, die aan het bimsbeton niet wilde hechten, ingebed in grindbeton. De luifels, trappen en bordessen zijn van gewapend beton. De binnenwanden zijn van drijfsteen en de buitenwanden zijn spouwwanden; ze bestaan net als de binnenwanden uit drijfsteen. De wanden worden gedragen door de vloeren. Aan de buitenkant werd een wand aangebracht om regenwater buiten te houden. Deze wand hangt los van de binnenste wand aan het grote stalen geraamte. Bij de bekleding van de buitenkant heeft het Amerikaanse steelnex een grote rol gespeeld, terwijl men aanvankelijk liever voor een bekleding van natuurstenen platen had gekozen. Om financiële redenen moest men hier vanaf zien. Steeltex is een soort gaas waar de pleisterlaag aan gehecht werd. Het gebouw is zo licht mogelijk gemaakt omdat het stond in een kolenwinningsgebied. Omdat het gebouw in een mijngebied staat en er kans was op verzakking door mijnschade, werden zoveel mogelijk onderdelen van het gebouw onafhankelijk van elkaar gemaakt en apart gefundeerd, zodat de verschillende onderdelen los van elkaar zouden kunnen bewegen. De binnenmuren staan dus los van de dragende structuur en er zijn dilatievoegen in de vloeren en plafonds aangebracht.  

Indeling  

In het souterrain:

  • keukens
  • voorraadkamers
  • wasserij
  • garderobe
  • ketelhuis
  • kolenopslag
  • garage
 Begane grond, gemeenschappelijke ruimtes:
  • centrale hal met schitterend uitzicht op de bossen aan de zuidzijde
  • eetzaal
  • dagverblijven
  • twee kapellen  
  • acht gastenkamers in de zuidvleugel
 Eerste en tweede verdieping
  • gastenkamers
  • enkele ondergeschikte dienstruimten
 Derde verdieping
  • vier gastenkamers
  • slaapzaal voor twaalf zusters
  • vier kamers voor bedienden

Het hele complex is dusdanig vormgegeven dat het landschap vanaf de verschillende terrassen kan worden bekeken, waarbij het bouwlichaam met de vele gastenkamers blijft domineren.  

Warenhuis Schunck, Glaspaleis Heerlen, 1933 

Midden in Heerlen, vlak naast de romaanse St.-Pancratiuskerk, en te midden van veel negentiende eeuwse bebouwing, ontwierp Peutz een groot modern winkelpand voor de firma Schunck. Het was een textielwarenhuis dat werd opgetrokken tegen de oude zaak aan (deze is inmiddels verdwenen). Het moge duidelijk zijn dat het gebouw in het toenmalige Heerlen een zeer moderne en vreemde eend in de bijt was. Ook was het pand in vergelijking met de omringende bebouwing zeer hoog: het hoogste punt reikt tot  29.30m. Het gebouw fungeert nu als centrum voor cultuur en bibliotheek. Vitruvianum, de muziekschool en de stadsgalerij hebben er hun onderkomen gevonden. Ik zal alleen ingaan op de oorspronkelijke situatie. 

Constructie                                                                                                                                  Anders dan het retraitehuis heeft het Glaspaleis geen staalconstructie, maar een constructie in gewapend beton. De typische paddenstoelkolommen ondersteunen de betonnen, balkloze vloeren. De vliesgevels hangen aan de vloeren en ondersteunen dus zelf niets. Ze hangen zelfs ongeveer een halve meter buiten de vloeren. Ook de wanden in de kelder, al zijn ze van gewapend beton, zijn niet dragend. Gemetselde binnenwanden, voor zover aanwezig, zijn van drijfsteen, en dus ook niet dragend. Om het gebouw stabiel te houden staat het geheel op een 50 cm dikke funderingsplaat, omdat het anders zou kunnen verzakken. De onderste kolommen zijn ook zowel van boven als van onderen paddenstoelvormig. De verbinding met het oude winkelpand werd gemaakt met een soort bruggen, zodat het gebouw los van zijn omgeving zou kunnen bewegen. De glazen ruiten hangen in stalen roeden. 

Indeling                                                                                                                    Het gebouw heeft twee kelderverdiepingen, een begane grond, een tussenverdieping, vier etages voor het warenhuis en de naaiateliers, en twee woonetages. Tweede kelderverdieping:

  • magazijnen
  • motorenkamer
  • liftkuilen
  • verwarmingskelder
  • kolenkelder
 Eerste kelderverdieping:
  • verkoopruimte
  • magazijn voor etalageartikelen
  • werkplaats voor etaleurs
  • gebogen hoofdtrap
 Begane grond:
  • ingang in de passage
  • etalages
  • verkoopruimte
  • trap recht tegenover de ingang
  • fietsenberging onder de trap
 Tussenverdieping:
  • nodig voor het niveauverschil buiten het gebouw; de Markt ligt 2.50 meter lager dan het Kerkplein.
  • deze verdieping bevatte kantoren privé-ingang en portiersloge.
 Eerste, tweede en derde etage:
  • verkoopruimtes
  • liften en hoofd- en personeelstrappen
 Vierde etage:
  • naaiateliers en magazijnen met glazen wanden van elkaar gescheiden (nu ook weer aangebracht als kantoren voor de afdelingshoofden)
  • ruimte voor de persmachine
  • damestoiletten
 Eerste woonetage:
  • zitkamer
  • eetkamer
  • keuken
  • bijkeuken
  • entree
  • salon
  • daktuin
  • overdekte zitplaats
 Tweede woonetage:
  • zitplaats
  • slaapkamers
  • badkamer
  • machinekamers van de liften

Daarboven is nog een dakterras. De onderste 2 van de 3 dakterrassen werden ’s zomers als café en daktuinrestaurant geëxploiteerd. Kenmerkend is de betonnen wenteltrap. Er waren zowel liften voor de klanten als voor het personeel; deze zijn net als de trappen van elkaar gescheiden. Deze scheiding van representatieve en personeelsafdelingen is ook terug te zien aan de kolommen; op de representatieve verdiepingen zijn deze glad gestuct, terwijl ze hoger in het gebouw, waar de ateliers waren, hoekig verlopen. 

Raadhuis Heerlen, 1936-1942 

Het raadhuis staat in het centrum van Heerlen en heeft aan twee zijden een pleintje. Aan de representatieve kant aan de zuidzijde ligt het grotere Raadhuisplein, waarvoor Peutz ook hele ambitieuze plannen had, en aan de daartegenover liggende zijde verbreedt de Geleenstraat zich, waardoor ook daar een klein pleintje ontstaan. Heel belangrijk voor het raadhuis is dat ook hier, net als bij het Glaspaleis, de omgeving glooit. De Geleenstraat ligt lager dan het Raadhuisplein. De straat aan de westzijde van het gebouw loopt dus op. Hierdoor is het gebouw van binnen, en op plattegronden wat onoverzichtelijk. Wat aan de Geleenstraat de begane grond is, is aan het Raadhuisplein het souterrain. Aan het uiteindelijk ontwerp van het raadhuis gingen vele tekeningen en plannen vooraf, met toren en zonder toren. Opvallend is de  enigszins classicistische detaillering, o.a. de voor de constructie nutteloze gestapelde zuilen aan de westkant. Architect Oud zei ooit over dit raadhuis: “Ik ken eigenlijk geen raadhuis, waarin het democratische, het “vrij-en-één-zijn-van-allen” zó in de gehele sfeer tot uitdrukking komt als in dit z.g. nieuw-zakelijke bouwwerk. Er is zo weinig afscheiding en onderscheiding in de openbare ruimten van het representatieve gedeelte van dit raadhuis, dat men haast niet weet of men zich op de begane grond bevindt of op de verdieping: zo geleidelijk gaat het één over het ander”.   

Constructie                                                                                                         Gezien het feit dat het gebouw nauwelijks kolommen bevat, moet het zo zijn dat er een staalskelet is gebruikt. In de centrale hal van het representatieve gedeelte zien we twee paar paddenstoelkolommen. Deze zijn daar geplaatst omdat zij de muur van de bovenliggende raadzaal dragen. De muren zijn van buiten geheel bekleed met natuurstenen platen. Net als bij het Glaspaleis zijn de ramen ook hier gevat in stalen roeden. De brede trap manifesteert zich aan de buitenzijde door het grote raam in de westgevel. Onder aan de trap is de burgemeesterskamer en bovenaan is een overloop waarna men via twee vluchten verder omhoog kan om de raadszaal te bereiken. Deze bevindt zich recht boven de burgemeesterskamer.  

Indeling

Begane grond Geleenstraat/ souterrain Raadhuisplein:

·         publieke deel: publieke hal, Burgerlijke stand

·         representatieve deel: archief, vluchtkelder (met paddenstoelkolommen en dikke muren) 

Eerste verdieping Geleenstraat/ begane grond Raadhuisplein:

·         publieke deel: hal met eromheen sociale zaken, financiën, belastingen

·         representatieve deel: kamers van B&W

Tweede verdieping Geleenstraat/ eerste verdieping  Raadhuisplein

·         publieke deel: omloop met eromheen vergaderzalen, correspondentie, boekhouding e.d. 

·         representatieve deel: boven aan grote trap de Raadszaal, burgerzaal. Vanuit de burgerzaal is het balkon aan de zuidgevel bereikbaar. Het representatieve deel wordt van het publieke deel gescheiden door bergingen, toiletten etcetera.

Conclusie  

Deze drie hoofdwerken uit het oeuvre van Peutz verschillen onderling maar hebben ook duidelijke overeenkomsten. Zo werd rekening gehouden met de bodemgesteldheid en de instabiele ondergrond veroorzaakt door de mijnbouw. Hoogteverschillen in het bouwterrein werden overbrugd. Zo flexibel als het Retraitehuis is, zo statisch zijn het Glaspaleis en het raadhuis. Het open en transparante karakter van het Glaspaleis is niet terug te vinden in de veel geslotener raadhuis en Retraitehuis.  

Laatst aangepast ( donderdag, 15 mei 2008 19:06 )
 
 
Banner